Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·he·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aantrekkingskracht’ voor het eerst aangetroffen in 1820 [1]
  • Komt van het Latijnse woord adhaesio, wat aanhechting betekent [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord adhesie -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de adhesiev

  1. (medisch) een vergroeiing van organen
  2. (natuurkunde) onderlinge aantrekkingskracht tussen ongelijke moleculen zonder dat er sprake is van een chemische binding
  3. (natuurkunde) grip
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen