achthonderdenzesentwintig

Nederlands

       
0 8 2 6
achthonderdenzesentwintig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • acht·hon·derd·en·zes·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

achthonderdenzesentwintig

  1. "826", langere vorm van achthonderdzesentwintig, achthonderd plus zesentwintig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft achthonderdenzesentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot achthonderdenzesentwintig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "achthonderdenzesentwintig" ht als linkerdeel

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2.   Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)