achterstalligheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·stal·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van achterstallig met het achtervoegsel -heid [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord achterstalligheid achterstalligheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de achterstalligheidv

  1. de mate waarin iets nog niet voltooid is wat wel voltooid had moeten zijn

Gangbaarheid

Verwijzingen