achterhielden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·hiel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
achterhouden |
achterhielden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van achterhouden
- ...dat wij achterhielden.
- ...dat jullie achterhielden.
- ...dat zij achterhielden.
- ...dat wij achterhielden.