achtergrondkoor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·grond·koor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van achtergrond zn en koor zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achtergrondkoor | achtergrondkoren |
verkleinwoord | achtergrondkoortje | achtergrondkoortjes |
Zelfstandig naamwoord
het achtergrondkoor o
- (muziek) groep zangers die de belangrijkste zanger begeleidt
- ▸ Dit lied wil ik op mijn uitvaartdienst, wanneer de mensen de zaal in lopen. Wie niet huilt wanneer het achtergrondkoor erin komt, kan direct vertrekken.[1]
- ▸ Zijn eigen hoogtepunten? "Ik heb in mijn eigen bandje gespeeld. Iedereen mocht voor een tientje in het achtergrondkoor. Ook heb ik meegedaan aan een sloepenrace, een fotowedstrijd en bier getapt."[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. groep zangers die de belangrijkste zanger begeleidt
Gangbaarheid
- Het woord achtergrondkoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Renée van Marissing“Onze kinderen” (2021), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021414461
- ↑ Weblink bron “Serious Request 2014: 12.380.438 euro” (24-12-2014), NOS