achterbeentje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: achterbeentje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑxtərˌbencə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ach·ter·been·tje
Woordherkomst en -opbouw
- achterbeen met het achtervoegsel -je
Zelfstandig naamwoord
het achterbeentje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord achterbeen