Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • achil·les·pees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achillespees achillespezen
verkleinwoord achillespeesje achillespeesjes

Zelfstandig naamwoord

de achillespeesv / m

  1. (anatomie) dikke pees van de kuitspier naar de hiel
    • Als de achillespees kapot is kun je niet meer springen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen