Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·cu·angst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord accuangst
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de accuangstm

  1. de vrees die iemand in een elektrisch voertuig kan hebben dat de accu leeg is voordat de bestemming is bereikt

Gangbaarheid