Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aca·deem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord acadeem academen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de acadeemm

  1. verkorting van academicus iemand die gestudeerd heeft of iemand die lid is van een wetenschappelijk genootschap


Gangbaarheid