abstraheer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: abstraheer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ab·stra·heer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
abstraheren |
abstraheer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abstraheren
- Ik abstraheer.
- gebiedende wijs van abstraheren
- Abstraheer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abstraheren
- Abstraheer je?