Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • abon·neert

Werkwoord

vervoeging van
abonneren

abonneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abonneren
    • Jij abonneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abonneren
    • Hij abonneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van abonneren
    • Abonneert!