Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • ab·brann·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel ab-

Werkwoord

abbrannten

  1. bijzinvorm eerste persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van abbrennen

abbrannten

  1. bijzinvorm derde persoon meervoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van abbrennen