Spaans

Werkwoord

vervoeging van
abanicar

abanica

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abanicar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abanicar
vervoeging van
abanicarse

abanica

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abanicarse