Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aast

Werkwoord

vervoeging van
azen

aast

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van azen
    • Jij aast. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van azen
    • Hij aast. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van azen
    • Aast!