Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aas·doms·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aasdomsrecht aasdomsrechten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aasdomsrechto

  1. (juridisch) (historisch) vonnis en rechtspraak zoals uitgesproken door de azig een Friese volksrechter, de buren of de schout
  2. (juridisch) (historisch) inheems erfrecht zoals dat in de noordelijke Nederlanden gold: "het naaste bloed erft het goed"

Gangbaarheid


Verwijzingen