aardde aan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aardde aan (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aard·de aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanaarden |
aardde aan
- enkelvoud verleden tijd van aanaarden
- Ik aardde aan.
- Jij aardde aan.
- Hij, zij, het aardde aan.
- Ik aardde aan.
Gangbaarheid
- Het woord aardde aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.