Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aard·ap·pel·mes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardappelmes aardappelmessen
verkleinwoord aardappelmesje aardappelmesjes

Zelfstandig naamwoord

het aardappelmeso

  1. (huishouden) klein mesje waarmee men aardappelen kan schillen en uitlopers van de aardappelen kan verwijderen
     Het steekincident deed zich donderdagochtend voor op de parking van het woonzorgcentrum Mijlbeke, waar de vrouw als administratieve kracht werkt. Haar ex-man, met wie ze drie kinderen heeft, stond haar daar op te wachten en diende haar meerdere messteken met een aardappelmes toe. Daarna heeft hij zichzelf messteken toegediend. Een stadsarbeider slaagde erin hem te overmeesteren.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Man steekt vrouw neer op parking van woonzorgcentrum in Aalst” (6 augustus 2020 om 10:59), De Standaard