aardappelkroketje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aardappelkroketje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aard·ap·pel·kro·ket·je

Zelfstandig naamwoord

het aardappelkroketje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aardappelkroket