aanwinst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·winst
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanwinnen met het achtervoegsel -st
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanwinst | aanwinsten |
verkleinwoord | aanwinstje | aanwinstjes |
Zelfstandig naamwoord
de aanwinst v
- iets nieuws dat erbij komt
- De nieuwe schilderijen van Rembrandt waren een hele aanwinst voor het Rijksmuseum.
- ▸ Ook binnen de NAVO is er enthousiasme voor de toetreding van beide landen. "Qua krijgsmacht wordt de NAVO zeker versterkt", zegt Sabine Mengelberg, universitair docent Internationale Veiligheidssamenwerking aan de Nederlandse Defensie Academie. "Finland is een democratisch land, een rijk land, met een sterke krijgsmacht. Dat is zeker een aanwinst voor de andere NAVO-landen."[1]
- wat aangewonnen wordt of is
Vertalingen
1. iets nieuws dat erbij komt
Gangbaarheid
- Het woord aanwinst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanwinst" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Finse politieke leiders willen toetreden tot de NAVO, Rusland ziet dreiging” (12 mei 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be