aanwaaiden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanwaaiden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱwajdə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·waai·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanwaaien |
aanwaaiden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanwaaien
- ...dat wij aanwaaiden.
- ...dat jullie aanwaaiden.
- ...dat zij aanwaaiden.
- ...dat wij aanwaaiden.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'aanwaaiden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.