aanvangspunt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvangspunt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvɑŋsˌpʏnt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·vangs·punt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvangspunt | aanvangspunten |
verkleinwoord | aanvangspuntje | aanvangspuntjes |
Zelfstandig naamwoord
het aanvangspunt o
- punt waarmee of waarop (tijd) men kan aanvangen, beginpunt
Gangbaarheid
- Het woord aanvangspunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.