aantrokken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aantrokken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈantrɔkə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·trok·ken
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aantrekken |
aantrokken
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aantrekken
- ...dat wij aantrokken.
- ...dat jullie aantrokken.
- ...dat zij aantrokken.
- ...dat wij aantrokken.
Gangbaarheid
- Het woord 'aantrokken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.