aantekenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·te·ken·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aantekenboek aantekenboeken
verkleinwoord aantekenboekje aantekenboekjes

Zelfstandig naamwoord

het aantekenboeko

  1. notitieboek
    • Hij las enkele fragmenten voor uit het aantekenboek dat hij bijhield tijdens zijn reis. 
Vertalingen

Gangbaarheid