Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·spra·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen aansprakelijk aansprakelijker aansprakelijkst
verbogen aansprakelijke aansprakelijkere aansprakelijkste
partitief aansprakelijks aansprakelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

aansprakelijk

  1. verantwoordelijk, om vergoeding of betaling aangesproken kunnen worden
    • De eerste stap zet u altijd door deze persoon schriftelijk aansprakelijk te stellen voor de toegebrachte schade. 
    • Nederland stelt Rusland aansprakelijk voor neerhalen MH17 [2] 
Uitdrukkingen en gezegden
  • iemand voor iets aansprakelijk stellen
vinden dat iemand ergens verantwoordelijk voor is
•  Tussen neus en lippen door zouden wij dan een document te tekenen krijgen waarin stond dat wij GoSunny en toi op geen enkele manier aansprakelijk stelden voor de dood van onze kinderen. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. aansprakelijk op website: Etymologiebank.nl
  2. www.nu.nl
  3. Suzanne Vermeer: All-inclusive 2008
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be