Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·schui·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanschuiven
schoof aan
aangeschoven
klasse 2 volledig

Werkwoord

aanschuiven

  1. overgankelijk schuivend dichtbij brengen of aanbrengen
  2. ergatief aan tafel komen zitten om mee te eten

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be