aanschouwing
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanschouwing (hulp, bestand)
- IPA: / anˈsxɑuwɪŋ / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·schou·wing
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanschouwen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanschouwing | aanschouwingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de aanschouwing v
- het aandachtig waarnemen van iets
- Op het eerste gezicht zou je hiervan zeggen dat ik dat uit eigen aanschouwing weet.
Vertalingen
1. het aandachtig waarnemen van iets
Gangbaarheid
- Het woord 'aanschouwing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.