aanschouwelijkheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·schou·we·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanschouwelijkheid aanschouwelijkheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanschouwelijkheidv

  1. de mate waarin iets helder en duidelijk is
  2. iets dat helder en duidelijk (uitgelegd) is

Gangbaarheid


Verwijzingen