Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·schouw·de

Werkwoord

vervoeging van
aanschouwen

aanschouwde

  1. enkelvoud verleden tijd van aanschouwen
    • Ik aanschouwde. 
    • Jij aanschouwde. 
    • Hij, zij, het aanschouwde. 
  2. verbogen vorm van aanschouwd, voltooid deelwoord van aanschouwen

Gangbaarheid