aanrijtijdje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanrijtijdje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanrɛiˌtɛicə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·rij·tijd·je
Zelfstandig naamwoord
het aanrijtijdje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanrijtijd
Gangbaarheid
- Het woord 'aanrijtijdje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.