aanrechten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanrechten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanrɛxtə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·rech·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan en rechten
Zelfstandig naamwoord
de aanrechten mv
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanrechten |
rechtte aan |
aangerecht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aanrechten [2]
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
de aanrechten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord aanrecht
Gangbaarheid
- Het woord aanrechten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.