Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·moe·dig·de

Werkwoord

vervoeging van
aanmoedigen

aanmoedigde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanmoedigen
    • ... dat ik aanmoedigde. 
    • ... dat jij aanmoedigde. 
    • ... dat hij, zij, het aanmoedigde.