aanmodderde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanmodderde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanmɔdərdə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·mod·der·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanmodderen |
aanmodderde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanmodderen
- ... dat ik aanmodderde.
- ... dat jij aanmodderde.
- ... dat hij, zij, het aanmodderde.
- ... dat ik aanmodderde.