aanmengden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanmengden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanmɛŋdə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·meng·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanmengen |
aanmengden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanmengen
- ...dat wij aanmengden.
- ...dat jullie aanmengden.
- ...dat zij aanmengden.
- ...dat wij aanmengden.