aangroeiing
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aangroeiing (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·groei·ing
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van Naamwoord van handeling aangroeien met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aangroeiing | aangroeiingen |
verkleinwoord | aangroeiinkje | aangroeiinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de aangroeiing v
- iets dat ontstaan is uit een vermeerdering
- iets dat ergens aan vast is gegroeid
Synoniemen
- [2] aangroeisel
Gangbaarheid
- Het woord 'aangroeiing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.