Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ge·val·le·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aangevallene aangevallenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aangevallenev / m

  1. iemand die getroffen is door een aanval
     Hier is een drempel overschre­den. Als met geweld en zelfs moord gedreigd wordt, moeten alle andere democraten de aangevallene beschermen[1]
     Nauwe banden met het Poetin-regime zijn niet langer compatibel met het bouwen aan een gezamenlijke toekomst in de EU. Neutraliteit is in deze oorlog een vals concept, omdat je dan aanvaller en aangevallene op één lijn zet.[2]
Verwante begrippen
Antoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Armin Laschet (CDU)
    “Duitse verkiezingscampagne bijzonder agressief verlopen: veel meer strafbare feiten dan in vorige” (25-09-2021), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Frans Boogaard
    “Nog steeds geen akkoord over olieboycot: ‘Hele EU gegijzeld door één land’” (25-09-2021), Tubantia