Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ge·schaft
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: aanschaffen…
verbogen vorm: aangeschafte

aangeschaft

  1. voltooid deelwoord van aanschaffen
stellend
onverbogen aangeschaft
verbogen aangeschafte
partitief aangeschafts

Bijvoeglijk naamwoord

aangeschaft

  1. van iets dat het gekocht is
     Voor het eerst trok de gewone man naar het zuiden, in zijn net aangeschafte 2 CV, Renault Dauphine of Simca Aronde - en een decennium later in een Citroën Ami of Peugeot 404. 'Parijs wordt een buitenwijk van Valence, een voorstad van Saint-Paul de Vence', zong Charles Trenet in 1955 in zijn klassieker Route Nationale 7.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant