Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ge·richt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: aanrichten…
verbogen vorm: aangerichte

aangericht

  1. voltooid deelwoord van aanrichten


stellend
onverbogen aangericht
verbogen aangerichte
partitief aangerichts

Bijvoeglijk naamwoord

aangericht

  1. van iets slechts dat het veroorzaakt is
    • De aangerichte schade was zeer groot. 
Synoniemen

Gangbaarheid