Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ge·na·me

Bijvoeglijk naamwoord

aangename

  1. verbogen vorm van de stellende trap van aangenaam
     Overal kleefden herinneringen aan. Bijna altijd waren het aangename.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2