aangeklede
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aangeklede (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋɣəˌkledə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ge·kle·de
Werkwoord
vervoeging van: | aankleden… |
aangeklede
- verbogen vorm van aangekleed, voltooid deelwoord van aankleden
Bijvoeglijk naamwoord
aangeklede
- verbogen vorm van de stellende trap van aangekleed