aangebracht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aangebracht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋɣəˌbrɑxt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ge·bracht
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van aanbrengen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van aan bw en gebracht ww
Werkwoord
vervoeging van: | aanbrengen… |
verbogen vorm: | aangebrachte |
aangebracht
- voltooid deelwoord van aanbrengen
- ▸ Haar nagellak was van dezelfde kleur en de make-up die ze droeg was zo zorgvuldig aangebracht dat het puur natuur leek.[1]
Bijvoeglijk naamwoord
stellend | |
---|---|
onverbogen | aangebracht |
verbogen | aangebrachte |
partitief | aangebrachts |
- van iets dat het op iets anders is gedaan
- Toen we het huis wilden verven moesten we eerst de eerder aangebrachte verflagen verwijderen.
Gangbaarheid
- Het woord 'aangebracht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.