aaibaarheidsfactor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aai·baar·heids·fac·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aaibaarheidsfactor aaibaarheidsfactoren
verkleinwoord aaibaarheidsfactortje aaibaarheidsfactortjes

Zelfstandig naamwoord

de aaibaarheidsfactorm

  1. de mate waarin een mens of dier zich laat aaien of blij laat maken
    • Sommige mensen vinden het begrip "aaibaarheidsfactor" maar raar. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen