Italiaans

Uitspraak
  • IPA:
    • (Noord-Italië): /aˈgwiːzaˌdi/
    • (Zuid-Italië): /aˈgwiːsaˌdi/
Woordafbreking
  • a gui·sa di
Woordherkomst en -opbouw
  • Vaste woordgroep, bestaande uit a ("op"), guisa ("manier") en di ("van").

Voorzetsel

a guisa di

  1. in de vorm van
Verwante begrippen