Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Zeu·gen

Zelfstandig naamwoord

Zeugen

  1. genitief mannelijk enkelvoud van Zeuge

Zeugen

  1. datief mannelijk enkelvoud van Zeuge

Zeugen

  1. accusatief mannelijk enkelvoud van Zeuge

Zeugen

  1. mannelijk meervoud van Zeuge