Von der Deckens sifakaatje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Von der Dec·kens si·fa·ka·tje

Zelfstandig naamwoord

het Von der Deckens sifakaatjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord Von der Deckens sifaka

Gangbaarheid