Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ver·druss
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelhoogduitse zelfstandige naamwoord "verdruʒ", dat van het Duitse werkwoord verdrießen komt
enkelvoud meervoud
nominatief der Verdruss die Verdrusse
genitief des Verdrusses der Verdrusse
datief dem Verdruss den Verdrussen
accusatief den Verdruss die Verdrusse

Zelfstandig naamwoord

Verdruss, m

  1. misnoegen
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen