Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Tu·rij·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Turijn met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord Turijner Turijners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Turijnerm

  1. (demoniem) een inwoner van Turijn, of iemand afkomstig uit Turijn
Verwante begrippen

Gangbaarheid