Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: steenweg


Nederlands

 
De Steenweg in Utrecht.
Uitspraak
Woordafbreking
  • Steen·weg
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Steenweg m

  1. (verkeer) als (deel van) de naam van een verharde straat of weg
    • ‘Het was echt wel nodig om fietsers een alternatief te bieden, want de Kortrijkse en Oudenaardse Steenweg kan je bezwaarlijk als fietsvriendelijk beschouwen’, zei schepen Filip Watteeuw (Groen), die zondagmorgen om 8 uur mee kwam kijken hoe de Gentse metaalbouwer Aelterman de klus zou klaren.[1] 
    • Het bericht op Facebook was volgens de praktijk gewoon een aankondiging. ,,Het is een heel eigen leven gaan leiden’’, zegt de assistente van de praktijk aan de Steenweg. ,,Er ontstaat ineens iets dat we helemaal niet voor mogelijk hielden.’’[2] 

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Standaard 20 november 2017
  2. Tubantia Tom van der Meer 25 september 2017,