Spaanse zandloper

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Spaan·se zand·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Spaanse zandloper Spaanse zandlopers
verkleinwoord Spaans zandlopertje Spaanse zandlopertjes

Zelfstandig naamwoord

de Spaanse zandloperm

  1. (reptielen) Psammodromus hispanicus   een hagedis uit de familie echte hagedissen (Lacertidae  )
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie