Spaansch
Nederlands
Bijvoeglijk naamwoord
Spaansch
- verouderde spelling of vorm van Spaans tot 1946/47
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad”, Jaargang 84, nummer 25080, eerste blad (13 augustus 1929), Uitgever: Gebr. Verhoeven, 's-Hertogenbosch
Zelfstandig naamwoord
Spaansch