Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Sjoe·sjan Poe·riem
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het Sjoesjan Poeriemo

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) viering van Poeriem in ommuurde steden op 15 adar (elders op 14 adar)
    Tegenwoordig vooral: de viering van Poerim in Jeruzalem.
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen